29
Ohm is een oeroud symbool uit het hindoeisme, 2500 jaar of zo oud. Bij yoga zingen we bijvoorbeeld vaak de mantra Ohm Shanti ohm, ofwel: ik wens u vrede.
Het wordt ook geschreven als Aum waarbij de letters een betekenis hebben. De A staat voor menselijk bewustzijn, en het aardse en materiële. De U staat voor het droombewustzijn en tevens denken, voelen, wensen en willen. De M is het diepe slaap-bewustzijn. Dit is de officiële lezing.
De uitleg die ik lang geleden eens hoorde van een yoga-lerares en die me meer aansprak is de volgende:
De gele cirkel rechts-boven is de verlichting die tot ons zou kunnen komen als we daarvoor in de goede omstandigheid zijn. We worden daarvan afgehouden door negatieve gevoelens welke door de paarse halve maan worden weergegeven. Paars kan de kleur van woede zijn, bijvoorbeeld. Die gevoelens houden ons weg van de verlichting. Dat zijn: angst, woede, haat, ontevredenheid, jalouzie en afgunst, kwaadheid, ongeduld, onrust.
De vorm die eronder staat is ons zelf. Dat bestaat uit het waak-bewustzijn met een rode kleur. Dan het veel grotere en belangrijkere onderbewuste in de vredige groene vorm eronder en daartussen strekt zich onze droomwereld zich uit , vrolijk en lichtblauw.
Toen dit symbool me uitgelegd werd wist ik meteen: dit ga ik maken en ik had er de kleuren al meteen bij in gedachten. Het staat in de rubriek Mandala en Symbolisch.
28
Ik ben een heel interessant boek aan het lezen over filosofie. Daarin wordt duidelijk gemaakt hoe beperkt onze waarnemingen van de wereld zijn. We zien alleen maar met onze zintuigen terwijl de werkelijkheid met een oneindig groter aantal waarnemingsmogelijkheden waargenomen zou kunnen worden. Maar dat kunnen we nu eenmaal niet.
Alles wat we waarnemen is al anders geworden in de tijd die onze ogen en hersenen nodig hebben om er een beeld in onze geest van te vormen. Dat beeld wordt ook nog eens gekleurd door onze opvoeding , cultuur en gesteldheid en is in andere ogen weer anders.
Iemand met meer mogelijkheden tot waarnemen zou de werkelijkheid wel eens totaal anders kunnen ervaren.
Ik wisselde van het lezen van dat boek naar het oplossen van een Sudoku puzzel en er brak een lichtje bij me door.
Als je zo”n puzzel oplost vind je met vallen en opstaan de oplossing voor een vakje. Je weet dat iedere verandering door zo”n oplossing weer mogeljikheden geeft die er eerst niet waren. Er is een kettingreactie van mogeljikheden. Als je een beginner in het oplossen van die puzzels bent, doe je er een tijd over om een volgend vakje in te kunnen vullen. Als je meer gevorderd bent gaat dat wat sneller. Maar altijd heb je er wat tijd voor nodig om vakje na vakje in te vullen. Meer stapjes vooruit lukt misschien wel eens. maar allemaal tegelijk, dat is denk ik niemand gegeven.
Ook weet je met zekerheid dat er maar een oplossing mogelijk is. Nooit twee of meer. Dus iedere begincombinatie leidt noodgedwongen tot slechts een oplossing. Iemand met veel meer capaciteiten dan wij zou die oplossing meteen moeten kunnen zien.
Theoretisch moet dat kunnen maar, voorzover ik weet, kan niemand dat. Zo zouden we theoretisch de werkelijkheid ook in zijn echte verschijning moeten kunnen zien als we de capaciteiten hadden. Maar dat is nu eenmaal niet zo en dus moeten we stapje voor stapje strompelen om gaandeweg dat ene juiste beeld te vormen.
Het mooie is dat iedere mogelijke beginconfiguratie uniek is en tegelijk maar slechts een oplossing toestaat. Dat klopt ook met de werkelijkheid als we die zouden kunnen waarnemen in zijn echte vorm en niet vervormd door de beperktheid van onze waarneming.
Ieder beginconfiguratie is uniek en dus tegelijk ook volmaakt alleen kunnen wij dat er niet in zien.
Op deze manier bezien is een sudoku puzzel een prachtig symbool van de werkelijkheid en de beperktheid van ons waarnemen en dus ook de relativiteit van onze meningen en visie.
Ik veranderde met mijn ogen de puzzel-opgave van cijfers in een met de kleuren van de chakra”s en kreeg dit voor ogen.
Vervolgens loste ik de puzzel op, kleurde alles in en zag de enige echte werkelijkheid, zoals hieronder. En dat is het verschil tussen wat we zien en zoals het is.
De grote vraag is nu: welke van de twee zal ik in glas-in-lood uitvoeren. Die werkelijkheid die onze visie is zoals we die met onze beperkingen zien of de werkelijkheid zoals die is als we die konden zien.
Ik mag met die keuze niet te lang wachten want de foto van mijn laatste glas-in-lood product wordt traditie-getrouw de basis van mijn nieuwjaarswens…..
Met mijn Anne-Marie samen heb ik besloten dat onze echte kijk op de werkelijkheid wel beperkt is , maar dat we het daar toch maar op zullen houden. Dus kiezen we voor de eerste. De loodlijnen worden 8mm en het geheel wordt 400 x 400 mm.
Er zijn bijna ontelbaar veel verschillende sudoku-beginconfiguraties mogelijk en al die mogelijke beginplaatjes die nog allemaal onvolmaakt want onvolledig zijn, hebben allemaal slechts één en nooit meer dan een werkelijke eindconfiguratie. Dat lijkt erg veel op de wereld die we kennen en zoals sommigen denken dat die wereld zou zijn als we de waarnemingsmogelijkheden hadden.
Wat vind jij, Lezer, welke van de twee? Laat eens horen!
Ik moet nog even kwijt dat deze sudoku opgave ook symbool zou kunnen staan voor onze levensopgave. Dan lijken 9 x 9 veldjes voor 6 miljard mensen wel weinig. Dan zouden er misschien wel erg veel mensen dezelfde opgave hebben. Dat heb ik nagerekend: er zijn meer dan 31 miljard mogelijke combinaties. Bij 10 of 11 vakjes in het vierkant gaat dat vreselijk snel verderomhoog.
20
De cirkel en het vierkant.
03
Escher is de meester van de visuele illusies of verwarringen.
Op hem is mijn ovaal in glas-in-lood geinspireerd.
Als je links-boven begint te kijken en je volgt de lijnen tegen de klok in dan zie je na enige draaiïng dat er iets wringt. Dat is vanzelfsprekend, maar het wordt spannend als je probeert te analyseren waar de fout zit. Je ziet dat het niet kan en toch kun je de oorzaak niet vinden.
Ik zal het geheim niet verraden.
Als je alleen naar het blauw kijkt zie je een cijfer zes en kijk je alleen naar het groen dan zie je een cijfer negen. Daarom heb ik het werkstuk negen-en-zestig genoemd. Dat is net zoiets als soixante-neuf. Toevallig is het gemaakt op de eerste dag van mijn negen-en-zestigste levensjaar. Dus toen ik 68 jaar was geworden.
Ik dacht: laat ik eens voortborduren op dit thema en kijken hoe de lemniscaat zich leent voor deze illusie. Dit heb ik alleen getekend als een ontwerp, en dat zie je hieronder.
Daarna dacht ik: ” hoe zouden meerdere lemniscaten zich ertoe lenen om zich in elkaar te laten passen?” En ook daarvan maakte ik een ontwerp.
Na enig beraad, ook met anderen, heb ik voorlopig alleen het eerste ontwerp in het echt uitgevoerd.
Het leek me ook leuk om een drieluik van drie visuele illusies te maken. Dat is niet goed mogelijk met deze drie ontwerpen. Dat doe ik wellicht later nog eens op een andere manier.