Familie Aap

Familie Aap

Vlak voordat ik wakker werd droomde ik. Dat was in 2001.

Iets of iemand zei tegen me:

”Teken een tak, horizontaal, de stam waar hij aan zit is er niet. Teken een lijntje naar beneden en nog een tegengesteld. Zodat er een ronde opening tussen de twee lijntjes ontstaat. Doe dat iets verder nog een keer: een naar beneden en eentje omhoog. Doe dat nog eens.”

Deze opdracht werd een aantal keren herhaald. Toen dat gedaan was kreeg ik de opdracht: “vul het eerste gaatje rechts met een gele kleur op. Het volgende met donkerder geel.” Zo werd me gezegd hoe ik alle gaatjes in moest kleuren.

Tenslotte kreeg ik de opdracht: “Noem het de familie aap”.

Ik werd wakker en rende naar mijn computer, zette het tekenprogramma aan en tekende alles precies volgens de opdrachten uit, zonder er ook maar iets aan te veranderen. Ik deed er alles aan om precies zo te tekenen als me was gezegd.Familie aap

 

Ik bekeek het resultaat, toen ik klaar was en begreep er niets van. Ik vroeg me af wat me overkomen was. Ik besloot raad in te winnen van mijn broer en stuurde hem een mailtje met de tekening eraan vast. Ik vroeg hem wat hij daarvan dacht.

Hij reageerde meteen daarna en was een beetje verbaasd dat ik zelf de betekenis ervan niet zag.

“Kijk”, zei hij, “de stam waar de tak aan vast zat, rechts, is er niet meer. En dat klopt want onze ouders zijn gestorven. Deze tekening geeft ons gezin zonder de ouders weer.”

“Ja maar, hoe kan dat? We waren toch met tien broers en zussen?”

“Nee hoor” , zei hij, “je weet toch dat een zusje meteen na de bevalling is gestorven?”

“Och ja,” zei ik,”daar had ik helemaal niet aan gedacht”.

“En wat ook mooi is”, zei hij, “kijk eens naar de armpjes. Bij onze zussen is de arm waar ze aan hangen, achter de tak. En bij de jongens hangt de arm zichtbaar aan deze kant van de tak. “

De enige persoon waar het niet bij klopt is de voorlaatste links. Daar maakten wij ons maar niet al te druk over. Jaren later heeft hij nu zijn naam veranderd in de naam van een vrouw en wil hij zich laten ombouwen. Ik heb geprobeerd de betekenis van de kleuren te vergelijken met de aard van de personen maar daar ben ik niet veel verder mee gekomen.  Wel geven die kleuren aan dat we ons geen van allen ons spiritueel op de hoogste niveau’s bevinden.

Dit heb ik in Glas-in-lood gemaakt en ik zal het nooit van de hand doen.

 

Thuiskomst

Gisteren kwam ik thuis na de openingsceremonie van mijn expositie in Maaseik.

Toen maakte ik een werkstuk af waar ik eergisteren mee begonnen was.

Het heet thuiskomst, niet zozeer omdat ik gisteren thuiskwam maar om een reden die voor zich spreekt: de ziel komt thuis na zijn verblijf op aarde.

Thuiskomst, zie de video en de blog van 6 juni 2012, ca 45 x 45 cm en €200

 

Het werkstuk is 51 x 51 cm groot en dit heb ik met name gemaakt omdat het hier in huis nu zo kaal is nu alles op de expositie hangt.

 

Sirsasana

Zo’n vijftien jaar geleden kwam ik op het idee om eens te gaan proberen op mijn kop te staan. Ik regelde een boek over yoga en zag daarin een beschrijving staan hoe je dat moest doen.

Ik probeerde het en viel promp met een smak op de grond. Meteen de eerste keer en de volgende vijftig keer evengoed. Ik dacht dat ik een kussen onder mijn hoofd moest leggen om geen pijn op mijn hoofd te krijgen. Dat bleek nu net de reden te zijn waarom ik nooit in de goede positie kon komen.

Ik had niemand in de buurt die me daarop kon wijzen en dan kan het lang duren voordat je daar achter komt. We hadden net een nieuwe laminaatvloer in de kamer en daar viel ik steeds met een stevige klap op. Ik oefende wanneer mijn vrouw niet in de buurt was want anders kreeg ik iedere keer verwijten van haar te horen, dat ik gek was en geen respect voor mijn lichaam had en zo.

Toen ik erachter kwam dat mijn hoofd en mijn ellebogen op hetzelfde niveau dienden te staan en ik dus zeker geen kussen onder mijn hoofd moest hebben ging het beter.

Gaandeweg kon ik recht blijven staan. Eerst tegen de muur en later vrijstaand in de kamer. Ik las er nog eens over en zag dat de benaming voor deze houding Sirsasana is en dat er in India monniken zijn die tot drie uur achtereen op hun hoofd konden staan. Dat leek me ongelooflijk. Hoe moesten de nekwervels hiermee omgaan en is de bloeddruk in de hersenen niet te hoog en daardoor schadelijk?

Ik wist het niet maar vond het een leuke nieuwe uitdaging om eens te kijken hoelang ik het zou kunnen. Ik probeerde het en kwam tot vijf minuten.

Als je op je hoofd staat ben je erg beperkt in je waarnemingen: je ziet maar weinig en je kunt je hoofd niet echt lekker ronddraaien. De tijd gaat dan erg lang duren.

Ik had mijn horloge recht voor mijn ogen om de tijd te kunnen volgen en was steeds maar naar de secondewijzer aan het kijken. De tijd gaat dan heel lang duren.

Een minuut duurt een eeuwigheid, lijkt het wel. Het heeft erg lang geduurd voordat ik besefte dat ik niet de hele tijd naar de klok moet kijken.

Toen ging ik ook op het strand op mijn hoofd staan, op vacantie in Zeeland. We hadden daar een stacaravan en ik had een vast plekje op het strand. Op het strand waar geen kleding nodig was. Het strand is daar erg breed, de mensen lopen langs het water waar het zand vochtig en niet mul is en ik had mijn stekje een eindje verder, langs de duinen. Daar stond ik ondersteboven zodat mijn voetzolen ook bruin konden worden.

 

Het is heel grappig om te zien hoe raar de wandelaars langs de waterkant lopen: ze lopen ondersteboven. Ik heb hierbij een probleem en dat zit tussen mijn oren: dat ik denk dat de mensen denken dat ik dat doe om zonodig op te moeten vallen. En dat terwijl ik veel liever heb dat niemand me ziet.

Ik ging altijd eerst in het water en ging dan nat in de Sirsasana-houding en liet me door de zon opdrogen. De waterdruppels druppelen dan van beneden naar boven, voor mijn gevoel. Dat is ook een grappige ervaring. Ook als het eigenlijk niet warm genoeg was om in zee te gaan deed ik dat toch om dit grappige effect te voelen.

Daar kwam ik meestal tot een tijdsduur van tien minuten. In die tijd maakte ik hiervan deze glas-in-lood afbeelding:

sirsasana, hoofdstand op het strand, 40 x 65 cm, € 280

Ik probeerde weer eens uit hoelang ik het kon volhouden en kwam tot vijfendertig minuten. Bij deze tijdsduur begonnen mijn nekspieren zodanig op te spelen dat ik het raadzaam vond om ermee te stoppen. Daarnaast was het ook qua geduld nauwelijks vol te houden om zolang niets te kunnen doen, die tijd duurde ontzettend lang.

Daarna ben ik gaan oefenen met pranayama tegelijk met de hoofdstand. Er zijn allerlei ademshalingsoefeningen en die zijn een heel geschikte bezigheid bij zoiets. De adem gaat maar heel langzaam, er is weinig zuurstof nodig als je helemaal niet beweegt. Alleen  een paar spieren die voor het evenwicht nodig zijn, zijn actief.

Ik doe dan alleen de buikademhaling en kom dan tot niet meer dan zes tot drie ademhalingen per minuut. Grappig is ook dat de buik beweegt van helemaal ingetrokken tot bol endat deze verandering van de gewichtsverdeling weinig effect heeft op het evenwicht.

Ik doe de hoofdstand zeker een keer per week en met name in de zomer. Op vacantie in Frankrijk was onze camping in een bos met een meertje.  Daar deed ik ook iedere dag yoga-oefeningen.

 

De laatste tijd probeer ik te mediteren terwijl ik zo sta, afgewisseld met ademhalingsoefeningen. Nu ik dit al zo’n vijftien jaar doe begin ik er steeds meer een behoefte aan te krijgen om het te doen. Waarom dat zo is, daar ben ik nog niet achter.

Lemniscaat

Ik heb een vriendin die graag mediteert met een lemniscaat voor ogen.

Zij gebruikt dat ook als hulpmiddel om oefeningen te doen in het kader van: “yoga voor de ogen”.

Ik wilde haar een plezier doen en ontwierp een glas-in-lood werkstuk dat daarop gebaseerd is.

 

lemniscaat

Lemniscaat, het symbool van de eeuwigheid, 30 x 55 cm , 110 euro

Dat ontwerp heb ik laten kloppen met de wiskundige basis van de lemniscaat.

Op wikipedia staat er onder andere het volgende over:

De ovalen van Cassini zijn meetkundige figuren met de eigenschap dat het product van de afstand van een punt P tot het eerste brandpunt F met de afstand van P tot het tweede brandpunt F’ een constante is, namelijk c2. Dit in tegenstelling tot de ellips, waar de afstanden opgeteld constant zijn. Ze zijn genaamd naar de Italiaans astronoom Giovanni Domenico Cassini (8 juni 1625 – 14 september 1712). De vorm van de lemniscaat in deze afbeelding is gelijk aan de lemniscaat van Bernouilli. (Als c = a is de ovaal gelijk aan een lemniscaat van Bernouilli).

Het door mij gemaakte ontwerp klopt hier helemaal mee. Ik heb er twee “ogen” in gemaakt, en om het spannend te maken heb ik die horizontaal gespiegeld ten opzichte van elkaar.    Die twee punten zijn de centra van waaruit de lemniscaat geldig is. Net zoiets als het middelpunt van een cirkel dat is.

Hij is zo eenvoudig als denkbaar, en toch zoveel meer als een lemniscaat sec. Meer of minder zou volgens mij niet mogen.

Het glas eromheen is glas met een patroon van ijsbloemen. Dat laat de achtergrond compleet vervagen en laat de blik zich concentreren op waar het om gaat.

De lemniscaat is niet alleen een meetkundig-wiskundig grapje: het is een van de belangrijkste symbolen. Het symboliseert de oneindigheid. De beweging door de liggende acht heen heeft nergens een begin of een einde. Dat is net als bij een cirkel. Hier is die oneindige beweging  echter  de beweging rond twéé polen. Twee identieke polen en tegenpolen. Alles wat er is, in ons leven, is daaraan onderhevig, aan de polariteit.

Er is niets tijdens ons leven dat geen aspect van polariteit heeft, van goed of slecht, van koud of warm , van positief en negatief.

Er is daardoor ook niets wat goed is zonder dat het slechte er ook is. Het goede bestaat bij de gratie van het slechte. En andersom. 

(14-11-2010)

Een spiegel voor Roos

Ik maakte een kadootje, deze spiegel, voor Roos en deed er voor haar deze tekst bij:

Roos, spiegel je ogen in deze spiegel,

De ogen, de spiegel van jouw ziel

Spiegeltje aan de wand en de mooiste van het land

Spiegel je niet aan anderen

Een spiegelbeeld is niet het origineel

Nooit geweest ook

De zon spiegelt op de golven van de zee

En de waterspiegel is lichter dan de rest

Ik spiegel me aan jou

En anderen zich weer aan mij.

De afspiegeling van de echte Roos

Is een Roos op zich.

Polariteit

 

Als er alleen wit of zwart is, is er geen ervaring van kleur.

Het is ondoenlijk om kleuren te kunnen ervaren in een wereld waar alles wit is. In zo’ n wereld kan het allemaal wel comfortabel en vredig zijn maar je beseft en weet dan niet wat een kleur is. Je kunt daar misschien wel weten wat eigenschappen van kleuren zijn, dat ze overeenkomen met trillingsfrequenties en meer natuurkundige eigenschappen, maar je kunt er daar geen gevoel van hebben. Dat heb je pas als je kleuren echt gezien hebt.

PolariteitPolariteit. Uiterlijk geheel tegengesteld, maar struktureel identiek, zie de BLOG, 90 x 41 cm €275

Als er alleen warmte  is en geen kou, is er geen ervaring van temperatuur.

Als het altijd 35 graden is zijn kleren niet nodig. Die zijn alleen maar een last. Dan doe je niet de ene keer warme kleren aan en de ander keer wat luchtigers. Als je nooit een warme of koude luchtvlaag voelt kun je ook niet beseffen wat temperatuur is. Wat koude of warmte is. Wat kil is of wat broeierig betekent.

Je kunt wellicht wel becijferen hoeveel energie ervoor nodig is om de wereld waar je in leeft constant op die temperatuur te houden, maar je kunt er geen gevoel van hebben. Daarvoor heb je de ervaring van verschillende temperaturen nodig. Dan pas kun je uit ervaring spreken en dat is heel wat anders dan alleen maar weten wat het is.

Er is geen gevoel van liefde als er geen angst bestaat

Alle emoties en gevoelens zijn positief of negatief. Woede, bezitsdrag, pijn, ergernis, jalouzie: het zijn allemaal afgeleiden van angst. Blijdschap, vreugde, bewondering, tevredenheid: het zijn vormen die liefde gemeenschappelijk hebben. Al die gevoelens zijn terug te brengen tot twee basis gevoelens: liefde en angst.

Als je nooit een negatief gevoel gehad hebt (wat niemand gegeven is) dan kun je niet echt ervaren wat liefde is. Geen sterveling kan dan ook volmaakt zijn, ook Jezus was dat niet.

De ene pool verschilt  van de tegenpool

Het is bekend dat liefde en haat dicht bij elkaar liggen. Echtparen die veel van elkaar houden kunnen zomaar de grootste woede ten opzichte van elkaar hebben. De tegengestelde polen hebben veel meer gemeen dan dat ze verschillend zijn. De kenmerken van temperatuur, of electriciteit, of magnetisme, etc zijn bijna helemaal identiek op een enkel aspect na. En net dat ene aspect maakt dat ze totaal verschillend lijken.

En dat verschil is onontbeerlijk

Dat verschil lijkt gering in vergelijking met de aspecten waarin ze gelijk zijn, maar het is heel wezenlijk dat er dat ene verschillende aspect is, anders zouden we geen ervaring kunnen opdoen. Weten en kennis is mooi , maar ervaring maakt pas dat het niet abstract is , maar dat we met heel ons wezen iets eigen gemaakt hebben.   

Zonder polariteit zijn er geen ervaringen.

Als we geen ervaringen hebben is het leven geen leven meer. Polariteit is de tegenstelling van de ene pool ten opzichte van de andere, en die is dus wezenlijk voor het al dan niet bestaan van inhoudsvol leven.

Lichaam en  geest bestaan bij de gratie van polariteit.

Ons lichaam en onze geest zijn gekoppeld aan de materiele wereld. Zonder deze wereld kunnen we niet leven. We bestaan uit lichaam en geest. Zonder geest zijn we geen mens. Zonder lichaam kunnen we niet leven in de polariteit. Als de geest niet gekoppeld is aan ons lichaam kunnen we geen ervaringen opdoen. Onze geest is onze ziel die gekoppeld is aan ons lichaam en ons brein en onze gevoelens. Zonder deze koppeling is de ziel alleen maar ziel.

Na het leven is er geen polariteit meer.

Polariteit kunnen we alleen ervaren via ons lichaam en onze geest. Dat kan alleen als ons lichaam leeft. Ons lichaam zonder leven is na een korte tijd alleen maar een hoopje materie. Na een dag is het totaal onbruikbaar materiaal geworden.

Voor de ziel is er dan alleen licht, warmte, liefde.

De polariteit is er na de dood of voor de geboorte wel, maar niet voor de geest die het lichaam heeft los moeten laten en ziel geworden is.  Voor de ziel is er geen polariteit meer, alleen de ene pool die er is : liefde. Bij de overgang van leven naar de status zonder polariteit is er licht en warmte en vrede en geluk. Na de dood is er niets anders meer dan dat. Maar dan zijn er ook geen ervaringen meer. Ervaringen opdoen is de zin van ons aardse leven.

WAT IS DE ZIN VAN HET LEVEN: POLARITEIT ERVAREN.

Holtum

“Nederzetting in het bos” was in de vroege Middeleeuwen de oorsprong van de naam van het huidige dorp Holtum, waar ik nu woon. Holtum is een “buurt” van de huidige gemeente Sittard-Geleen.

Ex-minister Vogelaar heeft een beleid voor verbetering van de leefbaarheid in de wijken geregeld met daarbij een som geld voor alle gemeenten.

Die gemeenten vragen aan de buurten of zij ideeen hebben om dat geld te besteden aan de leefbaarheid in hun buurt . Als het idee goedgekeurd wordt moet de initiatiefnemer dat idee ook realiseren, zonder er persoonlijk belang bij te hebben. Het door mij ingediende idee is een glas in lood paneel van circa 2 bij 1 meter, gevat in slagvast dubbel glas en opgehangen in een stevige metalen constructie. Het zou dan moeten staan op een plaats die wel centraal is maar waar niet al te veel kans op baldadigheid en vernieling is.

Holtum kent 1200 inwoners en wordt gedomineerd en ingesloten door bedrijven rondom en veel verkeer, het ligt met name tegen de A2 aan op een van de drukste stukken ervan. Aan de andere kant van de A2 ligt het merendeel van de gemeente Sittard Geleen en de fabriek Nedcar.holtum

Computerontwerp.

In de vroegere `Nederzetting in het bos` is niet zo heel veel bos meer over, vergeleken met een bos is de huidige begroeing eerder symbolisch te noemen.

De kracht van Nu

 

Al enkele maanden geleden wist ik hoe het ontwerp voor Tolle er uit moest gaan zien en hoe ik het boek van Eckard Tolle , de kracht van nu, voor mezelf samenvat.

Vandaag is het er eindelijk van gekomen. Allerlei dingen hadden voorrang.

 

De kracht van NU, zoe de Blog van 5-2-2012, 83 x 83 € 700

 

In het centrum is er een melee van aktiviteiten, niet bijster strak geordend.

Daar is er het verstand en het denken dat daarin plaatsvindt. Dat is continu bezig, of je wilt of niet. Stopzetten is nauwelijks mogelijk.

Op een niveau daaromheen is er het lichaam, de zintuigen en de emotie. Dat is een geheel; dat veel genuanceerder is. Daar worden veel meer aspecten meegenomen en onderling gewogen dan het verstand in zijn eentje kan. Er is daar meer stabiliteit en alle chakra’s hebben er hun plaats. Het EQ is veel meer dan het IQ alleen. Iedere chakra heeft zijn specifieke functie en samen zijn ze een compleet en samenhangend geheel.

Deze twee aspecten van ons wezen (verstand en lichaam, denken en voelen) hanteren we omdat we nu eenmaal niet anders kunnen. In onze omgeving is alles polair en we kunnen niet anders dan in polariteiten denken.

Als we daar buiten zijn (dat zijn we voordat en nadat we leven) is er alleen een zelf-bewustzijn. Ons gevoel en verstand is er slechts een rudimentair zintuig van.

De kleuren die daar bij horen zijn goud en purper.

Het grensvlak van deze aspecten van ons wezen en de werkelijkheid om ons heen is een groene wereld die zich uitstrekt tot de horizon.

Uit ons wezen vlamt ons handelen op, in de levendige felle kleuren van vlam en aktie.

Daarvoor is er het verleden, dat is voorbij en dus niet meer van het heden. En dus eigenlijk al irrelevant..

Daarna is er de toekomst, die is er nog niet en we weten niet hoe die zal zijn en of die er wel zal komen. Die is dus eigenlijk ook voor ons niet echt relevant.

Alleen het NU telt.

Het ideaal is als we met ons zelfbewustzijn alleen in het nu kunnen zijn, dan zouden we krachtiger zijn dan hoe ook.

Een jaar later (oktober 2010)

Ik moest vanmorgen weer denken aan het glas in lood paneel dat ik gemaakt heb onder de titel: “de kracht van nu”. Aanleiding was een telefoontje gisteren waarin een vriendin zei dat zij ziek was geworden en dus niet naar mij komen komen reizen. Ik vermoedde dat zij andere redenen had om niet te willen komen en toen meende ik dat de ziekte een psychosomatische reactie was.

Vanmorgen zat ik daarover te denken. In zo’ n situatie is de betrokkene (mijn vriendin) echt ziek en zich niet bewust dat ze niet ziek is, maar dat het lichaam de regie overneemt. Het lichaam regelt dat zij ziek is en dat de reis hoeft niet ondernomen te worden.

Ik heb er eigenlijk nooit bij stil gestaan dat wij niet helemaal de baas over onszelf zijn. Ik dacht altijd dat ik de baas was over mijzelf en zelf bepaal wat wanneer wel of niet gebeurt, maar het tegendeel is waar. Het lichaam (en mijn onderbewustzijn?) zijn de baas.

Zonder dat ik het wil of het ermee eens ben regelt het lichaam dingen waar ik me helemaal niet van bewust ben. Als ik dan ziek wordt denk ik dat het noodlot toeslaat, dat ik pech heb gehad en me daar maar bij neer moet leggen.

Dat is dus niet waar: er is een andere ik in mij die echt de baas is, en dat mooi niet laat merken en mij in de waan laat dat ik het voor het zeggen heb.

En dat is maar goed ook. Want zoals Eckard Tolle in zijn boek “de kracht van nu” duidelijk maakt, is het verstand , en dus mijn bewuste ik, maar een ongeregeld rommeltje. De emoties en het gevoel hebben het veel beter voor mekaar en zien de zaken veel scherper en als het verstand echt de baas was waren we er dramatisch slecht aan toe.

Nog mooier zou het zijn als we die nog diepere laag in ons de hoogste macht konden geven. Dan leven we perfect en goed voor onszelf en de anderen en worden we nooit meer ziek. Dat is mij niet geven, in ieder geval tot heden.

Templo del soul

Dit werkstuk heb ik gemaakt op basis van wat ik van Neale Donald Walsch heb gelezen (een ongewoon gesprek met god en andere boeken van hem) en van Thorwald Dethlefsen (esoterische filosofie).

Volgens deze twee schrijvers (en natuurlijk ook heel veel anderen) is er een oorsprong van ons allemaal die er behoefte aan had om ervaringen op te doen. Dat kun je alleen als er sprake is van dualiteit en polariteit. Dus moest die oorsprong (god, of de universele levenskracht) een dualiteit scheppen. En daar leven we met zijn allen in. Dualiteit is er overal om ons heen, er is zelfs niets wat we kunnen waarnemen dat niet duaal is. Man en vrouw, koud en warm, positief en negatief, hoog en laag, lichaam en geest.

Met dat laatste wordt het spannend. Wat een lichaam is , weten we wel. Maar wat is een geest? Ik denk dat een geest een ziel is die zich verbonden heeft aan de duale wereld. Die ziel komt uit de niet-duale sfeer. Een lichaam op zich , bestaand uit cellen van bloed, spierweefsel, botten etc. is dood. Zonder een ziel kan het in een doodskist, is het eigenlijk niet veel meer dan een marmeren beeld.

Het gaat leven als er leven in zit. Wat is echter leven? Ik heb begrepen dat een ziel die zich bindt aan een lichaam het leven brengt. En dus eigenlijk leven is? Of dat lichaam nu gras, een boom een vis of een mens is, maakt niet veel uit:  in al die lichamen die leven, komen de cellen tot leven door een geest. Die geest bindt zich niet aan het fysieke lichaam zoals wij dat zien, voelen en  ervaren. Nee, het hecht zich aan een energielichaam dat in en rond die fysieke struktuur is.

Templo del soul. naar een boek van Walsch, een gesprek met God, 40 x 60 cm €230

Dat energielichaam ken ik via de yoga met name vanuit de chakra’s (de energie-knooppunten) en bij de acupunktuur prikken ze in de meridianen die ook energie-knooppunten zijn. Wie heeft dat astrale lichaam echter ooit gezien?  Mijn boeide die vraag al lang.

Al weer 35 jaar geleden heb ik op zolder de experimenten van Kirlian nagedaan. Ik maakte een apparaat waar een heel hoge spanning op stond, zo’n 50.000 volt. De frequentie waarmee die spanning wisselde maakte ik instelbaar zodat ik de meest geschikte frequentie kon vinden. Dat alles had ik gemaakt ik met TV onderdelen. Als de draad waar de spanning op stond niet geisoleerd was, werd het spannend. Het punt waar die spanning op stond sproeide spontaan bliksempjes in het rond en het rook sterk naar ozon. Op dat punt legde ik dus een erg dikke laag isolatie, daarop een stukje van een fotorolletje en daarop weer mijn hand.

Ik sloot de stroom heel even aan en daarna ontwikkelde ik dat negatief en drukte het vervolgens op fotografisch papier af. Uiteindelijk had ik dan een foto van mijn hand met eromheen de aura!! Dat wilde ik ook doen met de hand van mijn Anne-Marie maar die voelde daar helemaal niets voor. Dat nam ik haar maar niet kwalijk, hoewel ik meende dat een experiment met slechts een proefpersoon een te weinig representatief geheel vormde. De buren heb ik maar niets gevraagd.

Daarna deed ik hetzelfde met wat vers geplukte bladeren en ook daarmee kreeg ik een afdruk met een aura. Ik ging verder en legde een magneet op het toestel, en jawel hoor : de magneetbanen waren keurig te zien. Toen trok ik echter een conclusie : het is allemaal nep!

Als alle leven een aura heeft en die kan ik zo waarnemen dan is de Kirlian fotografie natuurlijk heel mooi, want die bewijst iets dat we tot dusver niet konden zien. Als echter een per definitie dode magneet, gewoon een blokje ijzer, datzelfde beeld geeft, is de foto geen uitsluitend bewijs van een aura en dus van leven. Het kan immers ook een beeld van iets anders zijn, van magnetisme dat aan dood materiaal vast zit. En toen ben ik met die experimenten meteen gestopt.

Nu , zoveel jaar later, bedenk ik weer dat het een het ander niet uitsluit. Als die fotografie van een magneet  een patroon van magnetische lijnen kan laten zien wil dat nog niet zeggen dat de fotografie van een levend lichaam met ook dergelijke lijnen nietszeggend is. Als er in een lichaam geen duidelijk magneetveld is en er wordt wel een lijnenpatroon getoond, dan kan dat heel wel een aura zijn.

Bij een magneet is het lijnenpatroon vast en regelmatig. Het voldoet aan wetmatigheden, met noord en zuidpool. Bij een levend wezen is het patroon wisselend. Zover ik gelezen heb is het soms regelmatig en soms juist niet. De kleuren (ik deed mijn experimenten in zwart wit) zijn ook wisselend afhankelijk van de stemming of de omstandigheden in het lichaam. Bij een zieke plek is er ook een duidelijk ander beeld.

Ik denk dat ik me er nog maar eens opnieuw in ga verdiepen. Het is ook wel leuk om met  zoiets bezig te zijn.

Voorlopig neem ik voor waar aan dat er echt een energielichaam is bij alles wat leeft en dat de geest zich daaraan hecht zolang het lichaam leeft in de vorm van een ziel.

Nu terug naar mijn glas-in-lood van Templo del soul. Ik noemde dit zo omdat het lichaam een tempel van de ziel is. Die tempel bestaat uit een fysiek lichaam en een energielichaam.  Ik gebruikte een yin yang achtig patroon om dit weer te geven en tekende daar een verbindende slinger door heen die de ziel en het leven weergeeft.

Er zit een cirkel omheen. Deze begrenst de persoon; we zijn immers nogal begrensd in allerlei opzichten. De cirkel geeft ook aan dat het een eenheid is, deze mens of dit levende wezen. De cirkel is ook symbool van oneindigheid, omdat er geen begin en geen einde te zien is in een cirkel. Deze symboliek  is minder van toepassing gegeven het feit da iedere levend wezen dood gaat. Van de andere kant gaat het leven vrijwel oneindig door, van vader op zoon…

Deze cirkel met daarbinnen het fysieke lichaam en de ziel heeft zijn oorsprong in iets dat ongedeeld of niet onderverdeeld is: god of hoe we dat wensen te noemen. Dat is een rode cirkel, zonder enige onderverdeling, rood als de krachtigste kleur die er is en de afgeleide ervan als ziel in het levende lichaam is ook van die kleur een afgeleide.

Ik zei het: de ziel komt vanuit de oorsprong en is dus eigenlijk gelijk aan de oorsprong. Ik zie dat als volgt: pak een druppeltje water en leg dat onder een microscoop. Neem nu het kleinste te onderscheiden onderdeelte dat je nog kunt waarnemen onder de sterkste microscoop en noem dat mijn ziel. Dat allerkleinste deeltje is onzettend klein in relatie tot de druppel water. Die druppel water is ontzettend klein in een emmer water. Die emmer water is ontzettend klein ten opzichte van een rivier. Die rivier is niets vergeleken met een zee. Een zee is niets vergeleken met alle oceanen. Alle oceanan van miljarden planeten met leven zijn onvergelijkbaar groot van volume vergeleken met alle water op onze aarde.

De universele geest zie ik als alle oceanen van miljarden planeten en ikzelf ben dat onderdeel van dat druppeltje. En alle medemensen zijn ook allemaal zo. We zijn dus helemaal totaal niets vergeleken met de oorsprong en toch zijn we eraan identiek! Die ene druppel is niet anders van aard dat die onvergelijkbaar  oneindig grote oorsprong.

Je ziet: er zit heel wat achter zo’n afbeelding.

Martha’s geheime droomdans

(over het paneel Relaxperience)

Martha liep door de tuin, het was een grote ommuurde tuin, meer een park.

Er liepen wandelpaden door de tuin met dikke forse bomen erboven en in het midden een open lege ruimte. De muren eromheen waren strak en degelijk.

“Houden ze mij buiten of de anderen binnen, of houden ze mij binnen en de anderen buiten?” Dit dacht ze vaak, vroeger, toen ze nog niet zolang in het klooster was. Ze wist toen alles nog niet zo zeker, of ze hier wel moest zijn en of deze tuin en dit klooster voor haar binnen of buiten zou zijn. Binnen of buiten de leefwereld die ze wilde en waar ze zich moest thuis voelen.

Nu was het al weer decennia verder en kwamen de gedachten meer als lieve herinneringen aan vroeger. Aan toen ze nog een jong meid was. Nu liep ze hier heel anders. Nu was ze klein. Ze liep wel niet gebogen en nog met een rechte rug, maar haar nek was, leek het wel, geknakt en haar hoofd hing half naar voren. Misschien is dat wel symbolisch voor mijn leven, dacht ze wel eens als ze zichzelf in een ruit gespiegeld zag. Geknakt en toch met rechte rug…

De winter was voorbij, maar de lente was nog niet in de lucht. Alle leven was nog verstopt en de eerste tekenen van groen zouden pas over een paar weken naar buiten komen. Het was fris, maar niet echt koud, ze was weer gewend aan een frisse temparatuur door het wandelen buiten in de laatst wintermaanden.

Het werd tijd om naar binnen te gaan, daar had ze geen klok voor nodig, ze wist wanneer het de tijd was voor de vespers, het avondgebed binnen in de kapel, samen met haar andere 23 medebewoonsters.

Ze gleed langzaam naar binnen, de trap op en door de deur van de kapel. Ze ging op haar vaste plaatsje zitten en keek naar de gekleurde ramen. Het waren prachtige ramen en in al die tientallen jaren hadden ze haar nog nooit verveeld. Altijd werd ze opnieuw gegrepen door de willekeurige lijnen, kleuren en schitteringen van het licht. Bij iedere andere soort belichting door de zon of de wolken waren de lichtbrekingen in het glas anders en kwam er een ander beeld te voorschijn. Bij het kijken naar die ramen speelde ze ongebreideld met haar fantasie.

Ze mocht niet langer kijken want de gezangen begonnen en zij moest daaraan meedoen.

In het begin had ze de vespers vreselijk gevonden. De eentonige melodieen waren letterlijk een-tonig. Afgrijselijk was de melodie, die dat woord niet verdiende. De stemmen waren vals en ze begreep niet dat daar niet eens iets aan gedaan werd. Ze ergerde zich daaraan kapot, in de zestiger jaren. Maar nu niet meer. Ze hoorde niet meer hoe vals het was. Ze hoorde het helemaal niet meer, want ze had een truuc ontdenk, ook in die zestiger jaren. Ze hield zich-zelf voor dat ze het ruisen van de branding op het strand hoorde. Ze zong mechanisch mee. Haar eigen zelf deed niet mee. Een automatiek in haar lichaam vervulde de maatschappelijk vereiste functie van knielen, zingen, staan . Maar zelf zelf was ze daar niet bij. Het zingen was als haar spijsvertering, die ging ook buiten haar weten om rustig door. Niemand hoefde te weten wat ze echt beleefde tijdens de vespers.

Ze beleefde dat ze aan de piano zat. Het was verder in het seizoen, begin mei. Het was in het begin van de avond en het was lekker warm en de tuindeuren stonden open. Ze was nog pas twintig jaar en speelde thuis. Ze keek uit op de grote tuin en speelde voor haar-zelf en de natuur, daar buiten. Voor de bomen en de vogels, voor de bloemen en het gazon. Haar vingers raakten de toetsen zacht Een lichte druk was voldoende. De melodie was in haar hoofd. Iedere volgende klank en beweging was al van tevoren in haar. De emotie van de lijn van de muziek zat in haar hoofd en vlak voordat de vingers de toetsen raakten wist zij wat haar oren zouden gaan horen En heel kort erna hoorde ze het ook, precies zoals het heel even ervoor in haar hoofd al te horen was geweest. Zij hoorde de klanken al van tevoren en in de korte tijd voordat zijn de klanken realiseerde, verbond ze die met haar gevoel.

Als zij een teder gevoel had werd die klank precies zo, en als zij enthousiasme voelde evenzo. Haar gevoelens deinden mee op de melodie. Zij bracht haar gevoel in de klanken en op hun beurt werden haar gevoelens beinvloed door de melodie. In wisselwerking.

Ze speelde de “geheime droomdans”. Ze hield van de new-age muziek van David Lanz. Ze speelde deze muziek al jaren en haar twijfels, onzekerheid en ook haar levenslust van haar jonge jaren had ze steeds gemengd met deze muziek. Ze was een met de muziek. De techniek van de vingers, de bladmuziek en de toetsen van de piano, dat alles was op de achtergrond geraakt. Ze was niet meer bij die techniek maar zweefde met de muziek mee door de tuindeuren naar het gazon.

De zon stond al laag en het gras was donkergroen aan het worden. De schaduwen waren al wat langer, er waren wat vogels muziek aan het maken in de hoge bomen en die gingen samen met de pianogeluiden van de “geheime droomdans”.

De liep naar het midden van het gazon op blote voeten over het zachte koele gras. Ze ging daar staan en strekte zich uit: de lange benen strak naar beneden en haar slanke armen steil omhoog. De palmen tegen elkaar en de vingertoppen priemend in de lucht. Ze keek op naar haar handen. Ze kwam los van de grond en steeg een paar centimeter op en bleef daar zweven. Ze liet haar armen met een grote boog zakken. Als penselen trokken haar vingers een grote cirkel tot ze zich horizontaal uitstrekten. Ze draaide haar armen naar rechts en verder door naar achteren. Haar lichaam volgde die beweging en langzaam draaide ze rond. Ze draaide rond en rond en trok intussen haar linkerbeen omhoog tot haar voet haar kruis raakte. Zo draaide ze verder rond en rond. Daarna strekte ze haar opgetrokken been uit, horizontaal, net als haar linkerarm.

Alles bewoog in het ritme van de pianomuziek. Het gevoel dat zij voelde vlak voordat haar vingers de toetsen raakten en dat zij in de muziek legde, datzelfde gevoel legde ze in de beweging van haar benen en voeten.

De zelfverzekerde, brutale maar toch ingetogen trots die ook in de muziek lag bracht ze naar buiten met haar strakke lichaam. Ze had alleen een mini-rokje aan en voor de rest was zij gekleed in een glanzende bruine huid en blonde lange loshangende haren.

Langzaam draaide ze rond tot ze tot stilstand kwam. Ze boog voorover over haar horizontaal gestrekte been en raakte met haar hoofd haar knie. Haar haar hing naar beneden en kwam dichtbij het gras. Ze richte zich weer op en strekte zich helemaal uit en draaide opnieuw. Nu in de andere richting. Ze kwam wat verder omhoog van de grond en zweefde wat hoger dan daarvoor. Ze bewoog haar armen en benen zoals daarvoor, maar nu aan de andere kant en in de andere richting.

Martha was nog jong en ze zweefde zonder veel gewicht en met soepele bewegingen. Langzaam kwam ze hoger en ze strekte zich horizontaal uit. Ze lag horizontaal en ze liet haar lichaam bewegen en deinen. Het was alsof ze op de warme zee lag. Met de zon laag boven de horizon. Kleine golfjes bewogen op en neer en lieten de zon erin spiegelen. De zonnestralen lieten de golfjes steeds opnieuw als spiegeltjes reageren. Martha lag op het water en talloze lichtspiegelingen kwamen op haar af. De muziek was murmelend geworden en werd ondersteund door geruis van de golfjes die op het strand braken.

Ze strekte zich uit, eerste zijwaards en daarna in de lengte. Daarna liet ze de spanning los en deinde helemaal gewichtloos mee met de zee.

De ervaring bij een oefening in ontspannen, 105 x 40 cm , € 280

 

 

Relaxperience

Ze voelde geen gewicht en bewoog zo nu en dan haar benen langzaam op en neer en dan weer zijwaards en terug. Loom vroeg ze zich af wie ze eigenlijk was. Was zij dat lichaam: nee toch.

Ze keek op zichzelf neer zoals ze daar meegolfde en terwijl ze keek verwijderde zich haar lichaam. Het werd steeds kleiner en verderweg, leek het wel. Het werd een steeds kleiner bruin lichaampje in de grote blauwe rimpelende vlakte. Die watervlakte rimpelde in een wirwar. Net zoals het geruis van de golfjes op het strand geen ritme of melodie kenden, alleen maar geruis waren.

Ze zag wolkjes om haar heen. Wolken verder weg waren bont geleurd. Met prachtige mengelingen van rood, oranje en geel en purper. Geen schilder die dit kan schilderen dacht Martha.

Dichterbij waren er allen maar twee tinten van geel en blauw. Ze dreef en zweefde. Even was ze nog in dat kleine bruine lichaampje en dan zag ze het weer als een klein voorwerp in de verte, alsof het niet meer bij haar hoorde. Of ze nu op het water was of in de wolken: ze voelde zich gelukkig en vredig.

Ze was er en bleef er en was helemaal gelukkig.

De vespers was afgelopen en haar mede-zusters schuifelden langzaam en gebogen naar buiten. Een zuster liet haar gewicht op een rollator rusten en kwam langs de plaats van Martha. Ze merkte iets ongewoons, en wist niet meteen wat. Toen besefte ze dat Martha stil bleef zitten, niet opstond zoals altijd, en haar ook niet aankeek, zoals altijd.

Toen wist ze het. Ze was blij en wist dat Martha nu heel gelukkig was en ze wist dat het niet lang zou duren voordat zij zelf ook zo gelukkig zou zijn. Martha zat nog geknield op haar bank, en was dood.

De zuster dacht niet na over wat ze moest doen. Ze bracht haar vingers van haar rechterhand naar haar mond en maakte ze nat. Daarna ging ze ermee naar het hoofd van Martha en trok een dansende cirkel boven haar neus en tussen de wenkbrauwen van Martha.

Martha zag dit van boven aan en ze ging verder met haar pianospel, met haar “geheime droomdans