Mondriaan was in zijn laatste levensjaar lang bezig met Victory Boogie Woogie. Hij was er ook nog niet helemaal mee klaar toen hij stierf. Het stratenplan van Manhattan nam hij als de basis en hij schoof en veranderde zoveel met gekleurde blokjes totdat er een beeld overbleef dat het meest benaderde wat hij wilde. Mondriaan is natuurlijk een fenomeen en toen ik in 1996 besloot met glas-in-lood te gaan werken had ik hem als een voorbeeld voor ogen, en ook Escher was voor mij een uitgangspunt. Ik heb talloze varianten op “spiraal” gemaakt en ben geëindigd bij het ontwerp dat je hierboven ziet. Dit laatste ontwerp is voor mij het evenwicht dat ik zocht. Er zit diepte in en naar het centrum toe verliest het oog zich in de verte. Dit heb ik expres gedaan. Ik heb het laatste jaar veel gelezen over zwarte gaten en over de mogelijkheid dat er via dergelijke trechtervormige maalstromen verbinding met andere universa zou kunnen zijn. Zo’n maalstrom is deze spiraal die ronddraaiend het oog meevoert naar ver weg. Daarnaast wilde ik ook een evenwicht bereiken van de kleuren. De omvang, positie, kleur en vorm van de blokjes moest voor mij een evenwicht vormen terwijl er toch spanning is. Ook niet zonder symboliek is dat iedere kleur zeven keer voorkomt. Er zijn vier kleuren en zeven blokjes per kleur, verwijzend naar de vier elementen en de zeven chakra’s.