Ik werd wakker en bekwam van een heftige droom.
De droom was nog helder in mijn herinnering
en ik schreef hem vlug op.
Ik werd geroepen door Anna. In paniek riep ze, gilde bijna: “Piet kom! Het stikt hier van de vieze beesten”. Ik ging vlug naar haar toe, ik pakte wat me het eerst binnen het bereik kwam en sloeg en sloeg. Keer op keer. Het waren kleine wormpjes. Toen ze dood geslagen waren kwamen er weer meer. Tientallen. Die sloeg ik ook dood en ik keek waar ze vandaan waren gekomen. Het was een heel nest, achter in een hoek, verstopt achter een plank.
Ik ging door met slaan, sloeg en sloeg en eigenlijk was er geen beginnen aan. Anna kwam toen met een ander ding om mee te slaan en dat ging beter. Na een tijdje was alles weg.
De dag erna was er een soortgelijk voorval. Er was een soort muizen. Eerst was er een muis en Anna riep me weer met een gil. Ik sloeg die dood. Er kwamen er nog een paar en die sloeg ik ook dood.
Kinderen die door die muizen waren aangeraakt stierven. De moeders waren intens bedroefd en ik werd daar ook heel triest van.
Wat later kwamen er weer muizen en Sjaak riep me, om hem te helpen. We overlegden hoe we daar een einde aan zouden kunnen maken. Eerst werkten we met gif. Dat hielp niet. Daarna gooiden we kokend water op de beestjes . Dat werkte wel maar voor iedere muis die we doodden kwamen er tien terug. Er was geen beginnen aan.
Ik bedacht toen dat physieke middelen niet werkten, kennelijk. Daarna werd het nog erger. Een soort grote motten dwarrelden rond en maakten iedereen die ze raakten ziek. Het werd een regelrecht drama.
Ik bedacht toen dat slaan en gif niet werkten maar iets niet-materieels misschien wel. Dat ik ze misschien kon bestrijden met haat. Ik concentreerde me op de beestjes, koos er eentje uit en richtte al mijn woede en haat daar op. Die mot stortte neer op de grond en ik dacht dat ik de oplossing gevonden had. Maar even later richtte die mot zich weer op en dwarrelde omhoog. Ik richtte mijn groeiende haat op een hele wolk van die motten en ze vielen op een hoop op de grond. We veegden die hoop op en verbrandden dat. Even later kwam er weer een nieuwe wolk. Het was uitzichtloos. Talloze mensen waren intussen ziek geworden.
Ik vroeg me af waarom we toch steeds opnieuw door plagen getroffen werden, en er niets aan konden doen. Anna was intens triest vanwege al die dode kinderen en zieke volwassenen.
Ik verplaatste me in die kwelgeesten en vroeg ze waarom ze ons zo kwelden. Ze zeiden niets terug, maar terwijl ik me in hen verplaatste zag ik dat ze een goede en een slechte kant hadden. De goede kant was aardig en lief en de andere ontevreden en kwaadaardig. Als ik me met mijn haat op hen richtte maakten ze zich sterk. Ze vonden mijn haat niet terecht , want ze wisten zelf ook wel dat ze een slechte kant hadden maar ze waren teleurgesteld omdat hun goede kant niet gezien werd. Die goede kant werd in hun ogen onterecht mee gestraft door mijn beschieting met haat. Daarom werden ze alleen maar agressiever tegen ons.
Ik praatte daar over met Anna en Sjaak. Daarna bedacht ik een nieuwe strategie. Ik nam me voor om liefde op hun goede kant te richten. Ik liet voelen hoe ik van hun goede kant hield en probeerde zo goed mogelijk om me van hun slechte kant niet bewust te zijn. Ik focuste mijn gedachten en gevoelens op hun goede kant.
Dat werkte perfect. De motten vermenigvuldigden zich niet meer in zo’n absurd hoog tempo. Als er iemand door de motten geraakt werd werd die persoon niet meer ziek.
In andere straten dan die van ons heerste nog steeds droefheid. De mensen liepen rond in een naargeestige oorlogssfeer. In een verslagen situatie zoals wanneer alles kapotgemaakt is en iedereen aan het verhongeren is. Ik zag dat en ik vroeg aan een paar mensen om eens te proberen te doen wat ik tegen hen zei: “richt je met liefde op het goede van die muizen en die motten”. De mensen vroegen me of ik helemaal gek was. Ik zei: “Doe het toch maar, probeer het tenminste, wat kun je verliezen? Maar je moet het wel oprecht proberen en niet doen alsof. Het werkt alleen als je het echt meent. Als het je teveel is dan richt je je alleen maar op een enkel beestje, vlak bij je. Dan focus je jezelf helemaal op die ene mot.”
Een man keek me nog eens twijfelend aan en probeerde het. Het werkte. Hij ging ermee verder en met succes. Daarna volgden er meer en uiteindelijk deden bijna alle mensen mee en na korte tijd was de plaag voorbij. De zieke mensen werden beter en er werden geen mensen meer ziek en er stierven geen kinderen meer.