Vervolg 11-6-2014
Vandaag ben ik alleen gaan fietsen, Anne-Marie had geen zin. Daarom kon ik voor een andere route kiezen. Dat was weg van de vlakke vallei en naar Sancerre. Het oude stadsgedeelte stamt uit de 13e eeuw en ligt hoog boven op een berg van 380 meter. Het viel nog best tegen om daar tegenop te gaan. Die stad is mooi vanuit de verte en ook als je er in rond gaat. Er is een uitkijkpunt dat prachtig is. Je kijkt enorm ver weg en op een groot ge-emaillleerde plaat staat mooi aangegeven wat je allemaal ziet. De beklimming was best een tour ongeacht de steun van de accu. De afdaling ging met 40 kilometer per uur en dat deed me denken aan iets wat me overkwam op ook zo’n soort helling enkele jaren terug.
We waren toen aangekomen op de camping bij Nancy en het was nog niet laat. Het was een warme zonnige zomerdag. Ideaal om eens te gaan skaten. Familieleden hadden me al vaker gezegd dat ik beslist eens moest gaan kijken naar gebrandschilderde ramen in de kathedraal van Nancy . Ik deed mijn skates aan en een luchtig lycra pakje. Ik vertrok van de camping. Ik zag in de verte, erg diep onder me een stad liggen en dacht dat kan Nancy niet zijn want dat is zo ver en diep, maar goed ik zie wel. Achteraf bleek het wel de stad te zijn, het was 12 kilometer tot de kathedraal.
Buiten de poort ging het rechtsaf en naar beneden. Ik kon mijn een klein stukje zien vanwege een bocht in de weg. Dat eerste stukje ging al meteen snel. Ik dacht: “dat gaat lekker”. Na die bocht ging het nog sneller naar beneden en ik ging remmen met mijn remblokje. Dat remde echter niet maar ging stotteren, heel snel op de grond en dan weer omhoog. Het remde daardoor bijna niet.
Normaliter rem ik liever niet door mijn rechtervoer dwars te zetten en met de vier wielen tegelijk over het asfalt te slepen. Daar krijg je veel slijtage mee en “vierkante” wielen. Dat ging ik nu dus wel doen maar ik ging ondanks dat steeds sneller. Het ging steeds steiler naar beneden. De volgende mogelijkheid is om in de berm te gaan afremmen, op het gras. Dat ging hier echter niet. Als noodmaatregel kun je dan nog een koprol maken in de berm. De berm was daar niet geschikt voor, als ik even keek zag ik bomen en rotsblokken. Het is me ooit ook eens gelukt om het onheil te ontlopen door met een noodbocht een zijstraat in te schieten waardoor die weer oplopende zijstraat de snelheid weghaalt . Er was geen zijstraat.
Dat bordje met 10% heb ik niet gezien.
Er was niets meer mogelijk en de snelheid nam steeds meer toe. Ik hoopte vurig dat er geen kruising aan zou komen met een vrachtwagen van rechts, want dan is het helemaal afgelopen. Ik naderde de snelheid dat ik niets meer onder controle kon hebben en concentreerde me niet langer op remmen maar op evenwicht. Het enige wat overbleef was om zo lang mogelijk evenwicht te houden. Daarbij zet ik dan mijn rechtervoet schuin achter de linker voor maximale balans.
Bij die snelheid is verlies van evenwicht een drama, als je valt blijft er een bloederig hoopje over. Zo ging ik helemaal geconcentreerd op alleen maar evenwicht houden naar beneden. Er kwam weer een bocht en ik had geen tijd om op goed bericht te hopen, ik had alles nodig om staande te blijven.
Tot opeens na die bocht bleek dat de daling in een vlak stuk overging. Toen kon ik eindelijk stoppen. Ik vond een bankje langs de weg en ging even zitten om bij te komen. Daarna ging ik toch maar weer verder, voorzichtiger dan gewoonlijk.
In het centrum aangekomen was het druk, veel auto’s en voetgangers. Bij de kathedraal aangekomen haalde in mijn camera uit mijn rugzakje en ging naar binnen om te kijken en om foto’s te maken. Dat ging allemaal goed en ik bewonderde de ramen maar vond die uit Roermond eigenlijk mooier. Halfweg in de kathedraal zag ik een priester in een witte toog geknield zitten. Ik deed net of ik niets zag en probeerde onopvallend verder te gaan. Dat lukte niet. “Pas de rouleurs ici” , zei hij. Nu wist ik meteen wat skates in het Frans zijn. Dus ging ik naar buiten. Mijn aftocht werd door hem argwanend met zijn blikken gevolgd tot ik buiten stond.
Ik ging toen op allerlei pleinen kijken , natuurlijk het Place Stanislas, en naar bezienswaardige gebouwen en vervolgens weer op de terugweg.
Toen pas realiseerde ik me dat het naar beneden gaan een keerzijde heeft: je moet ook weer omhoog. Dat bleek een ontzettende klus. Voor de auto’s was er een extra baan voor langzaam verkeer. Links van de weg een einde verder dan ik was een meisje aan het hardlopen. Normaliter haal ik die zo in. Deze keer haalde ik ze ook in maar moest het toen laten afweten : ik kon niet meer schaatsen maar moest gaan lopen.
Terug bij de caravan durfde ik Anne-Marie niet teveel te vertellen omdat ik anders maar verwijten te horen zou krijgen. Op deze vacantie heb ik mijn skates nog niet aangehad. Morgen ga ik dat weer eens doen, ik heb een traject gevonden dat prima moet gaan, langs het kanaal.
Deze foto heb ik niet zelf gemaakt, maar het was precies zo.
Toen we gisteren fietsten kwamen we een meisje op een paard tegen. Dat zette me aan het denken. Hoe zit het eigenlijk? Hoe komt het dat een paard dat pakweg 40 keer krachtiger is dan een mens zich helemaal laat sturen door een mens. Dat het toestaat dat de mens erop klimt en dat het zich laat commanderen tot van alles en nog wat? Een paard heeft toch best enige intelligentie en waarom laat het zich dat allemaal overkomen alsof dat normaal is?
Andere dieren zouden dat niet pikken. Maar een paard vindt dat natuurlijk . Het DNA is niet door millenia dresseren veranderd, dat geloof ik niet. Het paard heeft nooit anders geweten en zijn ouders gaven het voorbeeld. Dat zal het wel zijn.
Hoe zit dat met slaven? Soms zie je in films dat slaven hun meesters nog trouw blijven en slaafs blijven na opheffing van hun slavernij. Dan zit dat slaafse dus diep. Mensen die vrij waren en later slaaf worden blijven, in films tenminste, rebels en onderhuids opstandig. Als je als slaaf geboren wordt maakt het voorbeeld van de ouders en de omgeving het mogelijk dat je als slaaf toch gelukkig kunt zijn.
Ik vraag me ook af of het Stockholm syndroom hier verband mee heeft. Dat is de eigenlijk heel vreemde situatie dat een gegijzelde sympathie en begrip gaat krijgen voor een gijzelnemer. Het stockholmsyndroom kan ontstaan in een omstandigheid waar de gijzelnemer absolute controle over de gijzelaar(s) kan uitoefenen en binnen die absolute controle voorziet in de basisbehoeften van het slachtoffer, bijvoorbeeld door het geven van voedsel of beschutting.
Dergelijke mechanismen maken het mogelijk dat 2 procent van Nederland bijna alle macht en vermogen bezit en dat de rest dat blijft pikken. Of we nu slaven zijn, of gelovigen of stemmers. We zijn met zijn allen net zo geïndoctrineerd door machthebbers, maatschappij en opvoeding als rijpaarden, denk ik dan. Tot en met vandaag.
Met dank aan het meisje, fietsten we verder.
==========c=============
Er is hier op de camping een plaats waar je de vuilnis kwijt kunt : een Poubelle. Huub werkte indertijd bij een kringloopwinkel die La Poubelle heette. Het zit in mijn genen om altijd naar mogelijkheden te kijken. Laat ik daar nu toch een helemaal nieuw ligbed met aluminium frame zien staan. Dat neem ik meteen mee.
Bij de caravan gekomen bleek dat erhelemaal niets mis mee is , alleen een van de zes poten was gebroken. Ik heb er een ijzeren buis klemmend in gezet, op maat gemaakt en met bouten gefixeerd. Wel prettig dat ik alle gereedschap bij had: ijzerzaag, hamer, tang,boormachine met boortjes, sleuteltjes, boutjes en moertjes.22
Als je het niet weet zie je er niets van.
En zo is dat met de meeste dingen in het leven…….