Sommetje met tarwe.
We fietsten langs een akker met tarwe (of is het gerst, daar weet ik niets van?). Het zag er perfect uit. Via google maps blijkt de akker circa 2000 x 250 meter groot te zijn. Ik vroeg me af hoeveel tarwezaadjes er op zouden staan.
Ik neem maar wat aan: op iedere aar tachtig korrels. Op iedere vierkante meter 15 x 15 aren. Dat is per meter 80 x 225 aren is 18.000 korrels. Er zijn 2000 x 250 is 500.000 meters. Dat geeft voor de hele akker 900 miljoen korrels. En dat op één akker, nog geeneens zo’n hele grote.
Sommetje met skaten.
Ik ben aan het skaten geweest , vandaag voor het eerst omdat het nogal heuvelachtig is. Maar hier langs de Loire zijn er goede wgen met weinig hellingen en goed asfalt. Glas ijs, zeiden skate-collega’s in Haarlem destijds. Zonder dat het direct enige zin heeft vraag ik me wel eens dingen af, zoals het aantal kilometers dat ik in mijn leven geskaat heb. Ik doe het vanaf 1995. Ik was op de camping in Zeeland en zag een advertentie voor skate-les. Ik ging daar naartoe en er was niemand te bekennen. Dat werd dus niks. Wat dagen later waren we op een braderie in Middelburg en een winkel bood skates aan tegen een lage prijs. Die kocht ik en ik ging het meteen uitproberen. Het begon met een paar honderd meter op de camping en daarna ging het snel verder.
Wat later ging ik ermee naar Zierikzee en dat was pakweg 20 kilometer. Vrij snel zat ik op 4000 kilometer per jaar. Dat heb ik jaren lang gedaan en de laatste jaren is het best wel ver teruggelopen. Als we het gemiddeld op 2000 kilometer houden voor die 19 jaar, dan is het 38.000 kilometer, en dat is een voorzichtige schatting. Een skatewieltje had meestal 82 mm diameter. Nu heb ik er van 100 mm en dat is luxe! Laten we het gemiddeld op 85 mm houden, dan is de omtrek daarvan 26,7 cm. Verder rekenend heb ik 142 miljoen omwentelingen van die wieltjes veroorzaakt. Tja, en wat dan nog? Hoeveel slagen ik gemaakt heb? Iedere slag zal in de buurt van de 3,5 meter liggen. Dat zijn er dus 10,8 miljoen.
Wat is nu het verband tussen dat aantal tarwekorrels en dat aantal skateslagen? Het gemeenschappelijke van beide verschijnselen is de herschepping van leven. Ik bedoel, het fantastische dat er een kracht is die ervoor zorgt dat er 900 miljoen vrijwel gelijke tarwekorrels in een jaar op een akker kunnen ontstaan. En dat mijn lichaam 10,8 miljoen schaatslagen kan maken en dat het alle cellen die daarvoor het loodje leggen opnieuw aanmaakt. Geen foute varianten maar steeds dezelfde goed functionerende cellen. Ongelooflijk. En het stomme is: wij weten nog steeds niet wat “leven” nu eigenlijk echt is.
Dom, dat wij denken dat we met ons ontzettend beperkte vermogen hier ook maar iets van menen te kunnen begrijpen. Of durven zeggen dat alles weg is bij de dood. Het leven eindigt nooit, niet op aarde en nergens elders. De universele energie is tijdloos.
======================
De dag begon vanochtend vredig. Het snurken stoorde me niet, ik luisterde ernaar en hoorde het vanzelf stoppen. Ik herinnerde me de droom levendig. We waren met een groep en deden een yoga oefening. We moesten recht opstaan met een been gedraaid om het andere. En op een been. Dan de handen recht omhoog. De vingers moeten in voegen tussen stenen houvast zoeken en op het ene standbeen moesten we op de tenen gaan staan. Daarna de vingers los en de armen horizontaal. Dat even vasthouden, onbeweeglijk. Die dat het beste kon kreeg een mand met bloemen. En het stomme is: wij weten nog steeds niet wat “dromen” nu eigenlijk echt is.
Ik ging een brood halen , zette water voor de thee en ging douchen.
Daarna bedacht ik dat het nog lekker was, niet te warm en precies de goede tijd voor yoga, het was tien uur. Ik deed de vijf tibetanen. Dat bestaat uit vijf oefeningen die ik ieder vijftien keer doe. Je kunt ze zien op youtube. Daartussen door lag ik even languit en keek naar de wolkenloze lichtblauwe lucht. De zon scheen door de boom boven me en maakte de lichtgroene bladeren tot een glinsterend geheel.
Het was allemaal zo vredig dat ik nog wat bleef liggen en luisteren. Er was helemaal niets anders te horen dan het concert van de vogels. Niet teveel en niet te weinig vogels. Ik noemde zoiets laatst een symphonie zonder melodie, en dat is het. Een concert van een orkest is wel anders en niet mooier.
Daarna bedacht ik dat ik de meditatie van de aartsengelen wel eens kon gaan doen. Ik pakte mijn Ipad en zocht het op. Ik heb die meditatie vorig jaar september op een video gezet met muziek en filmbeelden van een zonsondergang en heel intrigerende pianomuziek. Daarna heb ik dat helemaal uit het oog verloren tot ik hem gisteravond toevallig tegenkwam. Ik luisterde ernaar maar dat werd geen succes. De wifi van de camping is hiervoor niet geschikt, en het werd haperend gespeeld. Hij staat op mijn site piet-van-meel.nl en dan onder multi-art.
Om half elf werd ze wakker. En haar ontbijt stond klaar, voor zover ik dat kan. Ik zei dat ik best wel weer eens aardbeien bij het ontbijt zou lusten. Ze zei dat dat misschien wel zou moeten kunnen omdat het er nu nog wel het seizoen ervoor is.
We spraken af haar favoriete route te fietsen, naar Cosne, rechts van het kanaal. Dat is een perfecte fietspad en zonder auto’s. Ik zei dat ik ’s morgens de vogels had beluisterd en dat ik me afvroeg hoe het eigenlijk kan. Als een orkest zonder dirigent en zonder bladmuziek en zonder gestemd te zijn aan het werk gaat dan wordt je niet goed van die valse herrie. Voor vogels geldt hetzelfde: geen dirigent, geen bladmuziek, geen afgestemde instrumenten en toch klinkt het perfect. Hier ben ik nog lang niet uit, hoe dat kan.
We fietsten lukraak door een paar straten van Cosne en stonden ineens op een markt. De markt was net afgelopen en er stonden nog twee kramen waar opgeruimd werd. Het enige aan spullen dat er nog stond waren twee kratten. En wat zat er in? Aardbeien! Die hebben we dus meteen gekocht. Toeval? Als toeval niet bestaat wat is dan de boodschap hiervan?
Teruggekomen na bijna twee uur fietsen hebben we stokbrood met aardbeien gegeten.
Wat later werd ik weer ongeduldig en ging langs de Loire lopen. Langs de oever. De Loire slingert door haar bedding en waar de grootste stroom de kant raakt is de oever steil. Aan de andere kant zijn er overal strandjes, van grof zand en grind en keitjes. Naast de hoofdstroom zijn er zijstroompjes die overal langs slingeren. Het heeft iets weg van bloedvaten in een arm.
Tussen al die stromen zijn eilandjes. Sommige groot en met bomen begroeid maar de meeste zijn laag en komen maar net boven water. Het is een avontuur om zo langs de Loire te gaan. Als zo’n strandje voorbij is moet je een stroom door, soms wadend en soms zwemmend als het te diep is. Er was geen sterveling te bekennen. Zo heb ik twee uur gelopen en gezwommen en wat gelegen. Zo wordt ik wel bruin, overal.