We wilden met de bus van Hilvarenbeek naar Waalwijk. Eerst naar Tilburg en daar overstappen in de bus naar Waalwijk. We liepen in Hilvarenbeek naar het centrum waar de kerk met toren overduidelijk het midden was. Daar verwachtten we een bushalte. En een bordje met de vertrektijden en de bestemmingen. Er was geen bordje te vinden en ook geen bushalte. We vroegen aan enkele mensen waar de bushalte was voor de bus naar Tilburg maar ze keken ons niet begrijpend aan. Op een gegeven moment kwam er een lijnbus aan. Er was geen indicatie op die bus waar die heen ging. We dachten: zoveel bussen gaan er niet vanuit Hilvarenbeek dus deze zal wel naar Tilburg gaan. En we stapten in.
We zaten er goed en wel in en de bus ging door andere straten dan ik verwachtte. Hij reed en reed en passeerde het ene na het andere dorp. Tot ik het woord Weelde hoorde. We waren dus al in dat dorp in Belgiƫ. De bus bleef maar rijden en ik dacht, hoe ver hij ook gaat, eens zal hij toch wel weer in Hilvarenbeek aankomen. Bussen rijden immers rondgaande routes, of heen en weer? Deze bus kwam er echter niet meer aan. Ik hoorde de plaatsnaam Hasselt. Dat was wel erg ver van Hilvarenbeek verwijderd. Ik vroeg aan andere mensen hoe we weer op de goede bus konden komen, maar ze keken ons vol niet-begrijpen aan. Die andere mensen stapten zonder enige onzekerheid in en stapten weer uit als ze waren aangekomen waar ze wilden zijn. Dat verliep allemaal feilloos, zonder bushalten en informatiebordjes.
Een droom is meestal kort nadat hij zich voordoet weer uit ons geheugen verdwenen. Het wordt meestal niet vastgelegd en hoe mooi of indrukwekkend die droom ook was: na een uurtje is alles weer weg. Ik ga daarom vlug naar mijn bureau. Ik schijf vlug flarden tekst op met pen en papier. En als ik daarmee de grote lijn van de droom heb vastgelegd typ ik hem uit op de PC. Dat is een noodprocedure om het vluchtige en interessante toch vast te kunnen leggen.
Ik droomde over Itopia (het Utopia van de IT). Ik begreep de droom een tijdje later. De boodschap was: eens zullen onze IT-hulpmiddelen zich aan ons aanpassen. In de toekomst, in Itopia, hoef ik niet meer iets snel vast te leggen: als ik dan die droom wil vasthouden en niet laten vervluchtigen dan wordt het voor me voor later gebruik perfect vastgelegd.
Als ik nu een creatieve ingeving heb gebeurt hetzelfde. Voordat het vervaagd is en helemaal verdwenen, leg ik snel een schets vast en werk die zo snel mogelijk uit. Bang dat ik die ingeving kwijt raak. Bij Itopia hoef ik alleen maar te denken dat ik dat wil vastleggen. Die gedachte is het signaal voor het systeem om de beelden op te pakken en vast te leggen. In kleur en in drie-dimensionale vorm. Zelfs met het gevoel dat erbij ontstond.
Die vastgelegde zaken wil ik later weer opzoeken. Nu gebruiken we voor bepalen van de plaats waar iets komt te liggen de mappenstructuur. Vroeger met ordners en tabbladen. Een ordner per onderwerp en een tabblad per sub-onderwerp. Later werden dat op de computer mappen en submappen en een hele structuur van mappen en bestanden op de PC. Een hele hiƫrarchie met wijdvertakte bomen. We zoeken nu in het vastgelegde materiaal door een zoekterm op te geven. Bij Itopia verlaten we die kunstmatige structuur. Dan functioneert het opslaan en terugvinden precies zoals het menselijke geheugen. Er is geen extra logica nodig en behendigheid die je moet aanleren. Je zoekt precies zo op zoals je ook in je eigen geheugen opzoekt. Met associaties en niet met zoekwoorden die je dwingend moet onthouden en anders vind je het niet meer terug. Dat geldt voor gedachten, teksten, beelden, bewegende beelden en zelfs ook voor emoties.
Die gedachten kunnen worden opgeslagen met een soort memo-recorder. Als je denkt : dit is een gedachte die ik wil bewaren dan denk je dat en het mechanisme gaat aan het werk.
Onze zogenaamde sociale media zijn een contradictio in terminis. Ze zijn helemaal niet sociaal. Het zijn domme zeepkistjes die midden in het dorp op een plein staan en waar mensen exhibitionistisch zonodig prive-uitingen aan jan en alleman moeten tonen. Tegelijkertijd lijkt het wel of er daartegenover een steeds extremere zorg is voor het bewaken van privacy.
Bij Itopia wordt alles gedeeld zoals mensen in normaal menselijk contact ook doen. Met schroom en terughoudendheid waar het persoonlijke dingen betreft en met effectiviteit waar het normale contact niet tegenop kan. Iedereen waarmee je echt iets wilt delen wordt geselecteerd door het systeem. Er wordt alleen gedeeld dat wat je wilt. Voor iedereen is er een andere vorm van delen, met meer of minder details. De beelden zijn drie-dimensionaal en met de sensatie van geur en smaak. Het systeem is heel nauwkeurig in het bewaken van de grenzen. Als je niet wilt dat de informatie ook buiten die grenzen komt dan komt het daar ook nooit. Geen Big Brother.
Het systeem voedt zichzelf voor haar energie uit de omgeving. Het haalt de benodigde energie uit kosmische straling, uit andere soorten straling, uit omgevingswarmte en uit kinetisch energie. Deze energie wordt opgeslagen om onderbrekingen in de energievoorziening te kunnen overbruggen, zoals bij het passeren van tunnels. Deze energie wordt dus draadloos uit de omgeving gehaald en is niet plaatsgebonden door draad-verbindingen en stopcontacten.
In Itopa wordt de mens ondersteund door het systeem. Uit de wirwar van impulsen en gedachten en gevoelens wordt alleen datgene gehaald waar de mens voor kiest. Daarbij hoeft de mens zich niet aan het systeem aan te passen maar volgt het systeem steeds de natuurlijke weg die de mens volgt.
De huidige systemen lijken voor ons geweldig en als we vanuit het recente verleden kijken naar het nu is de weg de automatisering heeft gevolgd tot de huidige IT een enorme revolutie. Terugkijkend vanuit Itopia naar onze huidige IT leven we nu in de prehistorie.
In Itopia past de IT zich altijd aan aan de mens en nooit andersom!
8-6-2016
Piet van Meel