Reset gewenst.

Ineens ging het over van een zeurderig gevoel in brandende pijnscheuten. In de lies, links, was de pijn.

Ik was bang voor een liesbreuk. Ik keek op internet en werd bezorgd door alle alarmerende mogelijkheden die openstonden bij een liesbreuk.

Iedere stap die ik zette was pijnlijk, maar ik moest er toch mee naar de dokter. De dokter is een heel vriendelijke vrouw die mijn gezwel bekeek en alle andere lichaamsdelen ook wel moest zien die heel de wereld angstvallig bedekt houdt.

Ze stelde me gerust: “Nee, het is geen liesbreuk, het is een ontsteking die een abces heeft laten ontstaan, je zult ermee naar het ziekenhuis moeten”.

De dag erna was ik in het ziekenhuis: “U zult ge-opereerd moeten worden. Daarvoor is een narcose of ruggeprik nodig. Bent u nuchter, wanneer hebt u voor het laatst gegeten?”. Ik was dus niet nuchter en moest me de dag erna ’s morgens om negen uur nuchter melden. Ze zouden proberen me tussen de afspraken in te plaatsen maar de wachttijd kon evengoed tot ’s avonds negen uur duren, want ze hadden het druk.

Ik kon maar nauwelijks lopen en kreeg gelukkig een bed om op te gaan liggen, in een observatieruimte. En het wachten begon.

Even later kwam er een oud echtpaar, zij werd op een bed naast mij gelegd en hij ging ernaast zitten en hield haar handje vast.

Ze praatten. Het was zwaar dialect en ik kon bijna niets verstaan. Na iedere zin van hem zei zij luid: “Watte?” Ze was hardhorend en hoorde zelf niet hoe hard ze praatte. Van mijn ouders zou ik vroeger een stevige vermaning na een zo’n reactie van “Watte” hebben gekregen.  Maar zij herhaalde dat zo’n honderd keer per uur. Er kwam geen einde aan het gepraat en gaandeweg irriteerde ik me mateloos. Ik hield me in totdat ik er toch maar iets van ging zeggen. “Kun je alsjeblieft even stil zijn?” Zij staakten hun gepraat en keken me niet begrijpend aan. Daarna gingen ze onverstoorbaar door. Weer een kwartier later probeerde ik het nog een keer, met hetzelfde resultaat.

Hun dochter, met een stevig uitdijend lichaam, kwam eraan, samen met een dokter. Zij legde de dokter uit wat er met haar moeder aan de hand was. Uitgebreid vertelde ze het de dokter en de hele zaal kon horen hoe het met de ontlasting ging en hoe de resten steeds aan haar kont en aambeien bleven plakken. Dat ze wel een rol toiletpapier per poepbeurt nodig had. Ze zei hem ook dat ze dementerend was. Dat laatste liet me begrijpen waarom de buurvrouw niet begrijpend op mijn vraag had gereageerd.  Weer wat later werd ze afgevoerd naar een andere afdeling. Ik nam me voor nooit in een tehuis terecht te zullen komen waar ik dergelijke medebewoners zou hebben. Dat zou ik absoluut niet kunnen trekken.

Tegenover me lag een man die aan de dokter uitlegde dat hij eerder in Tilburg was behandeld, daarna in Rotterdam, daarvoor nog in Nijmegen. En nu dus in Sittard. Hij beklaagde zich erover dat de zorg in Sittard volgens hem slecht georganiseerd was. Ik vroeg me af of hij misschien nog gekker was dan mijn dementerende buurvrouw.

Ongelooflijk mooi en luxe is het ziekenhuis. Voorzien van alle techniek die je maar kunt wensen, met een prachtige architectuur en kunst. Met onwaarschijnlijk vriendelijk personeel. Ik zou het bij dergelijke patiënten nog geen uur volhouden om vriendelijk te blijven, laat staan 45 jaar zoals de verpleegsters die ik sprak. Ik had me daarstraks nog verbaast over de onwaarschijnlijk mooie centrale hal met waar je ook maar kijkt een verfijnde en doordachte en kunstzinnige vormgeving. Ik had me verbaasd over wat er toch allemaal voor nodig is geweest om dit te realiseren.

Ik kreeg een ruggeprik. De anesthesist had me geadviseerd over de mogelijkheden van verdoving en ik had de keuze aan hem overgelaten. Eenmaal in de wachtruimte bij de operatiekamer vroeg ik me af hoe hij een ruggeprik zou geven terwijl ik toch steeds op mijn rug lag. “Let maar eens op, daar hebben wij ervaring mee” zei hij lachend tegen me.

Ik moest omhoog gaan zitten, werd daarbij geholpen en moest me ontspannen vooroverbuigen, benen gebogen en hoofd omlaag en ontspannend uitademen. “het doet even pijn maar niet meer dan het aanbrengen van een infuus”, zei hij. Toen het gedaan was vroeg hij of het erg zeer had gedaan. “Het je de prik al gegeven?”, vroeg ik hem, grappig bedoeld.

Wat later vroeg hij of ik mijn been kon optillen. “Natuurlijk wel” zei ik en tot zijn verbazing lukt me dat ook, maar ik voelde al dat de verdoving snel inzette.

Terwijl de chirurg het gezwel weghaalde moest ik denken aan mensen die hun mannelijke delen, daar vlak naast mijn abces, laten weghalen en laten vervangen door een vagina. Ik bedacht dat ik daar helemaal nooit voor zou kiezen, stel je voor! 

De chirurg zei dat ik er ontspannen bij lag, met de voeten naar buiten vallend. Als je gespannen bent staan die meer omhoog. Ik zei dat ik intussen ook aan ontspanning werkte.  Hij vroeg of ik misschien aan meditatie deed. “Nee, zei ik, een oefening uit de yoga”. Ik legde verder niets uit, vond dat niet echt nodig, maar het is de oefening met de ogen. Een oefening die ik van Jose van de yogales heb en die je overal en altijd kunt doen zonder opzien te baren. In de rij bij de kassa kun je bezwaarlijk op je hoofd gaan staan maar met je ogen, half of helemaal gesloten, de klok diagonaalsgewijze afwerken gaat prima.

Wat later lag ik in de recoveryruimte. Ik kreeg het gevoel dat mijn knieën te lang in een gebogen positie hadden gelegen en had een dringende neiging om mijn benen te strekken, dat was hard nodig na zo lang gebogen te zijn. Ik probeerde of er al gevoel in mijn been kwam en wilde mijn knieën recht buigen. Tot mijn verbazing bewoog mijn knie niet en gingen mijn voet en onderbeen omhoog. Ik probeerde hetzelfde met mijn andere been en ook daar ging het onderbeen en voet omhoog terwijl ik zeker wist dat ik mijn knie recht wilde leggen.

De anesthesist kwam langs en ik vroeg hem wat hij gedaan had. Hij legde uit dat mijn benen nu niet gebogen waren en mijn knieën recht. Op het moment dat de prik werd gegeven waren de benen gebogen en dat was het laatste wat mijn brein aan positiegegevens had ontvangen. Maar daarna waren mijn benen gestrekt zonder dat het signaal van die verandering door was gekomen. Mijn geheugen voor posities was dus niet bij de tijd. Op het moment dat ik nu de benen wilde strekken terwijl ze al gestrekt waren konden mijn benen dit alleen maar vertalen in een opdracht om nog verder te strekken. En dat ging niet. Dus gingen mijn onderbenen en voeten omhoog. Voor zover als dat mogelijk was natuurlijk. Ik wist zeker dat ik opdracht gaf aan de knieën en zag de voeten omhooggaan: een heel bijzondere ervaring!

Wat later was ik weer terug in de observatieruimte. De dementerende buurvrouw was er gelukkig niet en ik probeerde mijn knieën nogmaals te bewegen en zag mijn voeten omhooggaan. Een bijna hallucinerende ervaring. Ik was bezorgd of mijn lichaamsbesturing nog wel in orde zou komen. Een half uurtje later was alles weer als normaal: Na een reset was het programma zeker weer vers opgestart.

Ik moest nog een tijdje wachten voordat ik weg mocht en oefende nog wat met mijn ogen. De ogen extreem richten op de klok naar 12 uur, dan naar 18 uur, naar 21 uur en naar 3 uur , dan 13 uur et cetera, de klok rond. Terwijl ik dat deed vroeg ik me af hoe dat patroon er in glas in lood uit zou zien en nam me voor dat thuis uit te tekenen.

Hier is het dan. Ik heb om esthetische redenen de oogbeweging niet precies nagetekend:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *