18
07
Mijn zwager is overleden. Hij had een lang proces van aftakelen achter de rug, dus het was geen verrassing en voor iedereen eigenlijk een opluchting.
Bij die gelegenheid kwam ik weer in zijn huis en bekeek na lange jaren opnieuw een spiegel die ik voor hem en mijn zus had gemaakt, vele jaren geleden. Ik ging op in het lijnenspel van de cirkels en curves in die spiegel en was er best tevreden over.
Nu, dagen later, heb ik opeens een ingeving. Ik maak op basis daarvan onderstaande ontwerpen van spiegels.

Dit ontwerp is 40 x 50 cm, je kunt er jezelf niet veel in spiegelen maar misschien wel in niet letterlijke zin…

Dit is een ontwerp dat zowel voor een raam als tegen een muur zou kunnen hangen, en is 40 bij 30 cm. maar kan natuurlijk ook groter worden en dan zijn de lijndiktes wat minder fors. Hier zit geen spiegelglas in, maar glas met een antieke struktuur erin.
04
Hieronder zie je een video-interview dat door Sittard-creatieF gemaakt is naar aanleiding van het feit dat dit het 50e interview zou worden.
[embedplusvideo height=”480″ width=”800″ editlink=”http://bit.ly/2dXOfcS” standard=”http://www.youtube.com/v/N_iGZNj49qY?fs=1″ vars=”ytid=N_iGZNj49qY&width=800&height=480&start=&stop=&rs=w&hd=0&autoplay=0&react=1&chapters=¬es=” id=”ep5129″ /]
13
Hallo Piet,
Ik ben werkzaam op een dagactiviteitencentrum en heb daar toevallig een week of twee geleden bij onze ‘glas-in-lood-afdeling’ een bestelling gedaan om voor ons een Enneagram te maken. Mijn collega is daar nu met
Lees verder»03
Al een tijdje ben ik aan het stoeien met spiralen. De laatste versie als ontwerp zie je hier:
Vanmorgen heb ik een ander ontwerp gemaakt , gebaseerd op een foto die ik zag en een tekst van Mandela.
Ik noem het: “met woede wordt iedere cel een hel.”
Ik heb een groot aantal ontwerpen gemaakt die ik nooit in glas-in-lood heb gemaakt.
Ik heb er overal wel diepe gedachten en gevoelens bij gehad, en nu zijn het niet meer dan wat verstopte bytes op mijn harddisk, jammer.
Ze staan op deze site in een aparte showroom: ontwerpen nog niet gerealiseerd
24
01
Ik ging naar Sevilla in Spanje en zocht mijn vriend Juan op. We dronken een glas wijn en nog een en laat gingen we een beetje beschonken naar bed. ’s Nachts droomde ik dat we samen bij Gibraltar overstoken en een lange rit door Marokko maakten.
We kwamen in een stad langs de kust en gingen er op verkenning.
We gingen in die stad over heuvels en over een pad dat hoog op de rotsen boven de oceaan uitkeek. We daalden weer af en zagen een ommuurde binnenplaats waar opgewonden geluiden vandaan kwamen. We gingen er naar binnen.
Op die binnenplaats waren jonge mannen enthousiast een spel aan het beoefenen.
De speelruimte was pakweg 12 bij 15 meter. Er liep een gladde baan in een U-vorm overheen. In de bocht van die U was een helling aangebracht van ongeveer 30 graden. Zoals bij een wielercircuit.
De spelers gooiden een grote zware bal van wel 50 centimeter diameter over die baan. Bij de bocht ging de bal met de helling omhoog en na die bocht rolde de bal verder over de tweede poot van de U. Op het einde van die tweede poot was er in het midden een poortje van 60 centimeter. Als je heel precies had gegooid kon die bal daar doorheen rollen. Dan had je een punt. Meestentijds lukte dat niet. Als de bal naar de buitenkant van de U-vorm rolde kwam hij aan in een groot gat en was beurt van de deelnemer voorbij. Als de bal niet door dat grote gat ging en ook niet door het poortje waar je een punt verdiende, rolde de bal terug naar de speler. Hij mocht dan opnieuw gooien, hij had geen punt maar wel een nieuwe kans, tot vier keer toe. Als de speler een punt had gescoord mocht hij opnieuw beginnen en doorgaan totdat hij vier keer achter elkaar gemist had. Als de bal buiten de baan rolde was de speler natuurlijk ook af.
Twee of drie of vier spelers konden zo tegen elkaar spelen. Er was een grote oefening en vaardigheid voor nodig om de bal door het poortje te mikken. Toeschouwers vertelden tegen Juan, ik verstond ze niet, dat dit spel in korte tijd heel populair was geworden en dat er in iedere stad wel enkele banen waren aangelegd, en dat onlangs een landelijke competitie opgezet was. Het spel werd “U-en” genoemd, naar de vorm van de U.
31
De Manna machine
Voordat de Joden 1500 jaar BC uit Egypte vertrokken was er alleen sprake van polytheisme. Een van de goden wilde een volk voor zichzelf. Hij maakte dat volk niet bekend dat hij een van de goden was, toonde zijn gezicht niet en noemde zijn naam niet. Als hij het alleenrecht op het God-zijn niet claimde was hij slechts een van de groep en dat was hem niet genoeg. Hij zei de Joden dat hij de enige God was en dat hij hen had uitverkoren als zijn volk en naar een beloofd land zou begeleiden.
Toen ze goed en wel op weg waren in de Sinai-woestijn kreeg het volk honger en na voldoende geklaag zorgde Jahweh ervoor dat er dagelijks voldoende manna te eten zou zijn. De goden kenden meer techniek dan wij na nu nog meerdere eeuwen zullen verwerven en daardoor kon Jahweh hen een machine geven die tientalle jaren dagelijks voldoende voedsel kon produceren. Die machine werkte zes dagen ononderbroken en moest op de zevende dag zorgvuldig schoongemaakt worden. Daar danken wij onze vrije zondag aan. Het manna kwam in twee voorraadkamers: een voor de door de weekse dagen en een tweede waar het voedsel voor zondag opgespaard werd.
Jahweh was niet bij zijn volk, hij was op grote afstand en daarom zorgde hij voor communicatie via de Ark des Verbonds. In die Ark was een soort radio-apparatuur opgeborgen. Dit functioneerde met een energiebron die vrijwel eindeloos kon werken: een mini kernreactor werkend met plutonium. De twee figuren, cherubs, op de Ark was de antenne. De functie van de Ark was het bewaren van de goddelijke wetten en via het massief gouden deksel sprak Jahweh tot Mozes over alles wat het volk moest worden medegedeeld.
Jahweh kon het niet goed hebben als het monotheisme even vergeten werd. Hij vaardigde de tien geboden uit en schreef ze zelf op in stenen die hij aan Mozes gaf. Het eerste gebod was : “Vereer naast mij geen andere goden.” En het tweede gebod was: “Maak geen godenbeelden en vereer die niet want ik duld geen andere goden naast mij”. Een almachtige God geeft dergelijke geboden niet en zet ze zeker niet bovenaan, want dat heeft hij niet nodig. Daar staat hij ver boven.
Een zelfde soort energiebron als in de Ark kon gedurende vele decennia de manna-machine laten werken. De basis van het voedsel was een kweekbassin met chlorella-algen. Dat werd bestraald en zo vermeerderde de kweek zich. Het benodigde water werd via dauwcondensatie uit de lucht gehaald. De verkregen brei uit de algenkweek werd in diverse processen van filtering, destillatie en omvorming omgevormd tot het eetbare en voedselrijke manna. De goden zorgden ook voor zichzelf op deze manier in hun voedselbehoefte op hun lange reizen buiten de aarde.
Mijn impressie van die machine ziet u hier en die ga ik in 2012 maken. Misschien is hij al te zien op mijn expositie in het Cultureel Centrum in Maaseik in de maand februari 2012.
====================================================
Bronnen: De eeuwigheidsmachine – J. en P. Fiebag
Goden uit de kosmos – Alan Alfond
03
Escher is de meester van de visuele illusies of verwarringen.
Op hem is mijn ovaal in glas-in-lood geinspireerd.
Als je links-boven begint te kijken en je volgt de lijnen tegen de klok in dan zie je na enige draaiïng dat er iets wringt. Dat is vanzelfsprekend, maar het wordt spannend als je probeert te analyseren waar de fout zit. Je ziet dat het niet kan en toch kun je de oorzaak niet vinden.
Ik zal het geheim niet verraden.
Als je alleen naar het blauw kijkt zie je een cijfer zes en kijk je alleen naar het groen dan zie je een cijfer negen. Daarom heb ik het werkstuk negen-en-zestig genoemd. Dat is net zoiets als soixante-neuf. Toevallig is het gemaakt op de eerste dag van mijn negen-en-zestigste levensjaar. Dus toen ik 68 jaar was geworden.
Ik dacht: laat ik eens voortborduren op dit thema en kijken hoe de lemniscaat zich leent voor deze illusie. Dit heb ik alleen getekend als een ontwerp, en dat zie je hieronder.
Daarna dacht ik: ” hoe zouden meerdere lemniscaten zich ertoe lenen om zich in elkaar te laten passen?” En ook daarvan maakte ik een ontwerp.
Na enig beraad, ook met anderen, heb ik voorlopig alleen het eerste ontwerp in het echt uitgevoerd.
Het leek me ook leuk om een drieluik van drie visuele illusies te maken. Dat is niet goed mogelijk met deze drie ontwerpen. Dat doe ik wellicht later nog eens op een andere manier.